Trauma zwangere

ABCD

Een vrije ademweg moet verkregen worden met een gestabiliseerde cervicale wervelzuil. De ademhaling moet ondersteund worden en supplementaire zuurstof is geen overbodige luxe, wegens het gevaar voor foetale hypoxie. Met betrekking tot de circulatie is een intraveneuze toegang voor een adequaat vochtbeleid obligaat. De hulpverleners moeten immers, met de hoger beschreven cardiovasculaire veranderingen in hun achterhoofd, altijdbedacht zijn op occult bloedverlies en shock. Cristalloïde en/of colloïde oplossingen kunnen worden toegediend. Wegens het grotere risico op aspiratie bij zwangeren, kan het vroegtijdig plaatsen van een
maagsonde aangewezen zijn. Bij een zwangerschapsduur van langer dan 20 weken wordt de vrouw best in linker zijligging vervoerd om het supine hypotensive syndrome te voorkomen. Bij vermoeden van letsels aan de wervelkolom kan een “backboard” gebruikt worden.
Voor men aan verder gedetailleerd onderzoek begint, de zogenaamde “secondary survey”, moet de moeder hemodynamisch stabiel zijn.

 

Stomp (abdominaal) trauma
Tijdens een zwangerschap zijn motorvoertuigaccidenten de belangrijkste oorzaak van stompe abdominale traumata. Simulaties hebben aangetoond dat bij het correct dragen van de veiligheidsgordel de transmissie van krachten op de uterus het kleinst is. Correct gebruik
houdt in dat een driepuntsgordel wordt gebruikt, waarbij de heupband over het bekken verloopt en de schouderband boven de uterus langsgaat.

De belangrijkste oorzaak van foetale sterfte na een stomp abdominaal trauma is abruptio placentae(>50%) en treedt op bij   1-5% van de lichte en bij 20- 50% van de zware buiktraumata. Het risico op abruptio is daarbij onafhankelijk van de ligging van de placenta. De belangrijkste klinische kenmerken  zijn vaginaal bloedverlies, een gespannen aanvoelende uterus, uteruscontracties en foetale stress. Abruptio placentae kan evenwel ook symptoomloos verlopen.

Het optreden van een uterusruptuur is zeer zeldzaam, zelfs na een zwaar trauma. Maternele shock, een dode foetus, een moeilijk palpeerbare uterus, duidelijk voelen van foetale delen  moeten eraan doen denken.
Een bekkenfractuur tijdens een zwangerschap kan voor fors retroperitoneaal bloedverlies zorgen met een hogere maternele en foetale sterfte. Een bekkenfractuur op zich is geen contra- indicatie voor een vaginale bevalling, maar dient wel zo snel mogelijk gestabiliseerd te
worden.

 

Conclusie
Het opvangen van een getraumatiseerde zwangere vrouw vereist een specifieke resuscitatie en wordt best uitgevoerd in een gespecialiseerd centrum, waar zowel uitgebreide traumatologische als obstetrische ervaring aanwezig is. Ook met de opvang van een te vroeg geboren foetus moet rekening gehouden worden. Ten aanzien van preventie van ongevallen bij zwangeren behoort een goede voorlichting tijdens het prenatale spreekuur met betrekking tot veiligheidsregels; vooral het juist dragen van de veiligheidsgordel moet besproken worden.